, [], Whether the seventh beatitude corresponds to the gift of wisdom?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste [50]zuiver, daarna vreedzaam, [51]bescheiden, [52]gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, [53]niet partijdig oordelende, en ongeveinsd. 50. Of rein; niet besmet met zodanige heersende gebreken en zonden. 51. Niet handelende naar het uiterste recht, maar gaarne van hun recht wijkende. Zie Fillip.4:5. 52. Dat is, goede onderwijzingen en vermaningen gaarne plaats gevende, en niet hardnekkig op het hunne staande. 53. Het Griekse woord betekent ook een die niet te nauw een zaak onderzoekt of onderscheidt. De hemelse wijsheid maakt ook wel onderscheid en oordeelt tussen waarheid en onwaarheid, tussen goed en kwaad, 1 Kor.10:15; 1 Thess.5:21; 1 Joh.4:1; Jud.:22, maar oordeelt niet lichtvaardig of te scherp van zijns naasten woorden of werken; hetwelk hier de apostel wil zeggen.